|
Abruzzo is misschien wel de ruwste wijnstreek van Italië. De regio ligt aan de oostkust, halverwege de Italiaanse laars, met Aquilla als hoofdstad en de Pescara als belangrijkste waterloop. Deze rivier zoekt vanuit de Apenijnen zijn weg naar de kust en mondt uit in de Adriatische zee bij de gelijknamige stad. In deze streek bepalen de Apenijnen het landschap. De gran Sasso d’Italia en de Majella zijn de hoogste en vaak besneeuwde bergtoppen. Het is een vrij belangrijk wijngebied qua volume, maar telt slechts enkele herkomstbepalingen. De streek kent twee dominante druivensoorten: Montepulciano, voor de rode wijnen, (Montepulciano d'Abruzzo) Trebiano d’Abruzzo (lokaal: bombino bianco) voor de witte wijnen. De meest bekende Montepulcianodruif levert droge, zachte en evenwichtige rode wijnen, die wanneer ze binnen de vijf jaar gedronken worden, voor een harmonieus glas wijn. De naam van de druif leidt echter vaak tot verwarring. In Toscane draagt een beroemde wijngemeente immers dezelfde naam, maar buiten dat is er geen enkel verband. De witte Trebbiano is in Italië alom tegenwoordig. Kenmerken: Klimaat: mediterraan aan zee, continentaal in de bergen. Terrior: zanderige kuststrook, kalk, mergel en zandsteen in de bergen. Ligging: zeer ruw en bergachtig met interessante zuidelijke en noordelijke hellingen.
|
